Feitelijke gegevens
- 1976
- 84 pagina's
- Uitgeverij: Querido
Flaptekst
Het boek Robinson gaat over een zeventienjarige scholiere. De verhuizing van haar moeder, een kapiteinsvrouw, doet Robinson op een nieuwe school belanden. Tussen de personen om Robinson heen: haar grillige vriend Daniël, neef van de rector, haar alomtegenwoordige moeder, haar zorgeloze vader, de rector en een lerares van wie voor Robinson een grote fascinatie uitgaat, ontwikkelt zich een intrige waar Robinson part noch deel aan heeft. Aan het eind van het boek blijkt Robinson geïsoleerd te staan. De neerslag van dit proces van isolering: het groeiend verdriet en de uitkristallisering daarvan in het gevoel van absolute eenzaamheid, vormt het hoofdbestanddeel van dit boek.
Eerste zin
En plotseling was alles anders dan vroeger.
Samenvatting
Tijdens een hete zomer verhuizen Robinson (17 jaar) en haar moeder van de hoofdstad naar een naamloze stad in de provincie. Robinsons vader is kapitein en veel op zee. De nieuwe school valt Robinson mee, hoewel ze de rector gevaarlijk vindt. Met de neef van de rector, Daniël Bierwolf, gaat ze veel om. Daniël is van zijn vorige school verwijderd en zijn oom houdt hem in de gaten. Hij wil veel met Robinson over het kwaad en de duivel praten maar Robinson praat liever over schuld, want ze voelt zich schuldig maar weet niet waarom.
Op een middag moet ze bij de rector komen. Ze ziet daar de nieuwe lerares Duits die tegen hem schreeuwt en de deur dichtslaat. Deze lerares, Johanna Freida, zaait onrust op school door haar andere manier van denken over onderwijs. De rector blijkt door haar moeder gebeld vanwege zorgen over haar nieuwe vriend. De rector waarschuwt haar: hij wil geen gedoe met Daniël. Huilend zwerft Robinson daarna door de stad.
Zowel Robinson als Daniël boeit de nieuwe lerares vanwege de beweging in de school die ze brengt. Tijdens een opvoering op school, georganiseerd door Joahanna, zingt Daniël eerst een lied waarin hij zijn oom openlijk uitdaagt. Na de pauze wil hij als vrouw verkleed nog een lied zingen en zijn oom loopt woedend de zaal uit. Een ander bestuurslid blaast de opvoering af. De volgende ochtend gaan Daniël en Robinson samen hun verontschuldigingen aan Johanna aanbieden.
Een paar dagen later komt Robinsons vader thuis. Het huwelijk van Robinsons ouders is doodgebloed, zijn blijven bij elkaar uit 'fatsoen'. Op een dag gaat Robinson met haar vader en Daniël schaatsen en ze komen Johanna tegen. Tijdens een wedstrijd probeert Daniël door erg zijn best doet te doen indruk te maken op Joahnna en in de kroeg neemt Robinsons vader het stokje over. Na de vakantie vindt Robinsons moeder een ijsmuts in de broekzak van haar man en Robinson doet alsof die van haar is maar hij is van Johanna. Robinson wil niet nadenken over wat dit te betekenen kan hebben.
Daniël komt steeds vaker bij Robinson thuis huiswerk maken. Op een middag gaat hij met Robinson naar bed en daarna vertelt hij huilend dat Robinsons vader en Johanna een relatie hebben. Een week lang volgt Robinson Johanna en daarna brengt ze de muts terug. Johanna bevestigt de verhouding.
Op school gaat het steeds slechter. Ze kan Daniëls geklets steeds minder goed verdragen en voelt zich steeds meer buitengesloten. Tijdens de vakantie komt haar vader weer thuis en hij nodigt Robinson en Daniël uit voor een zeiltocht. Johanna is er natuurlijk ook en daar kan Daniel niet mee omgaan. Op een gegeven moment gilt hij tegen Johanna dat ze ontslagen is en weet waarom, waarna Johanna hem in zijn gezicht slaat en hij overboord geslagen wordt.
In de zomervakantie zit Robinson in de bibliotheek want ze heeft twee herexamens. Daniël is blijven zitten en moet van school. Vlak voordat hij op vakantie naar Zwitserland gaat, vertelt hij Robinson dat hij haar moeder over de verhouding van haar vader verteld heeft, dat zij de rector heeft geïnformeerd en dat Johanna's contract daarom niet verlengd is. Robinson ziet ook dat Johanna verhuist. Ze kan niet met deze veranderingen omgaan en verwacht de herexamens niet te halen. Toch gaat ze iedere dag naar de bieb. Aan het eind van een middag klinkt er blaasmuziek op het plein en Robinson heeft het gevoel dat de vrolijke muziek wegloopt van haar.
Personages
Robinson
Robinson is zeventien jaar oud en zowel Daniel als zijzelf vindt haar niet zo mooi als haar moeder. Ze voelt zich schuldig omdat ze een meisje is terwijl haar ouders een zoon gewild hadden en haar ook gewoon een jongensnaam gegeven hebben. Dat schuldig voelen terwijl ze niet schuldig is komt ook terug op school waar ze twee keer bij de rector moet komen, terwijl ze niets gedaan heeft. De ene keer maakt haar moeder zich zorgen om haar vriendschap met Daniel en de andere keer gaat het om de verhouding tussen haar vader en de lerares Duits. Het lijkt alsof de gebeurtenissen door deze mensen bepaald worden en zich buiten haar om voltrekken. Robinson vertrouwt dan ook niemand: haar moeder kan door deuren heen kijken, de rector is gevaarlijk en bij Daniel kijkt ze ook de kat uit de boom. Robinson gedraagt zich als de lieve dochter tegenover haar moeder en laat zichzelf niet aan haar zien. Haar moeder is bazig, begrijpt haar niet en denkt dat ze niet deugt. 'Omdat de vader vaak maanden op zee is, heeft Robinsons moeder, een vrouw met grijze ogen, alle kans om ongestoord de ouderlijke macht uit te oefenen. En dat is me een macht: niet met klappen of verbieden, maar gemener. Jennend en slijmend weet ze haar dochter alle zelfvertrouwen te ontnemen. Als reactie daarop sluit Robinson zich af, en ze geeft nietszeggende antwoorden op alle vragen die haar gesteld worden.' (Mulder 1976) Robinson idealiseert haar vader en ziet niet dat deze rustige en charmante man eigenlijk de vijand is die Johanna Freida van haar afpakt. Hij is de enige die zij wel vertrouwt en hij misbruikt dat vertrouwen dus.
Daniel Bierwolf
Daniel is een buitenbeentje dat door de rector als een lastpak wordt beschouwd. Hij is het neefje van de rector en heeft donker haar en lichte ogen. Hij heeft het vaak over het kwaad in de wereld en de duivel, later praat hij over heksen. Hij luistert niet maar praat veel en is arrogant, Robinson krijgt daar steeds meer genoeg van en aan het einde van het verhaal is ze er helemaal klaar mee en wil ze hem nooit meer zien. Daniel denkt alles te weten maar denkt niet over zichzelf na en ziet niet in dat hij Robinsons leven op zijn kop gezet heeft uit jaloezie en wraak.
Johanna Freida
Zij is de nieuwe lerares Duits op Robinsons nieuwe school en Robinson vindt haar zo vrolijk en rebels dat ze hoopt dat deze vrouw haar isolement zal doorbreken. Eerst wordt echter Daniel verliefd op haar en later pakt haar vader haar van haar af. Johanna heeft asblond haar, een hoog voorhoofd, donkere ogen en een rode volle mond.
Quotes
"Kleine Robinson, vijf jaren oud, hoefde maar via de keuken de kamer binnen te komen om tot haar stomme verbazing te horen dat haar moeder wist dat ze uit de suikerpot gesnoept had. De oplossing voor dit raadsel was even simpel als doeltreffend: moeder kunnen door deuren kijken. " Bladzijde 9-10
"Niets vond onregelmatiger plaats dan de thuiskomst van Robinsons vader." Bladzijde 39
"Het was alsof er op het land in het westen een geweldige brand heerste, een genadeloos vuur. In dat geweld van vuur stond Johanna Freida's strakke profiel afgetekend. Robinson keek daarnaar en dacht aan Daniels woorden. En terwijl ze keek voelde ze een droefheid op haar afkomen, waarvan ze wist dat ze hem nooit meer kwijt zou raken, en die ze niet kon benoemen, en die te maken had met dat alles waar ze nooit meer een mensentaal voor vond. " Bladzijde 72
"Robinson voelde vertrouwelijkheid tussen haar vader en haarzelf, hoewel er van vertrouwelijkheid geen sprake kon zijn omdat geen van beiden wist wat er in de ander omging. Ze voelde vijandschap tussen haar moeder en haarzelf, hoewel er best sprake had kunnen zijn van wederzijds begrip. " Bladzijde 57-58
Thematiek
Eenzaamheid en isolement
Robinsons naam verwijst naar een eiland en een eiland ligt geïsoleerd van het vasteland in zee. Robinson is ook alleen: ze is enig kind, heeft een onderkoelde relatie met haar moeder en is net verhuisd naar een nieuwe stad. Aan het begin van het schooljaar is ze vol verwachting, ze kijkt uit naar nieuwe mensen en vooral de nieuwe docente Duits, Johanna Freida, raakt haar en lijkt iemand te zijn die haar omhoog kan halen. Haar nieuwe vriend Daniël, die ze niet vertrouwt, is echter verliefd op haar en probeert haar voor zich te winnen. Later blijkt ook haar vader, die ze wel vertrouwt, verliefd op haar te zijn en door een relatie met haar te beginnen, kaapt hij haar van haar weg. Daniël neemt dan wraak op haar vader door met haar naar bed te gaan haar vader bij haar moeder te verraden. Daniël lijkt dan de zoon die haar moeder nooit gekregen heeft en Robinson staat overal buiten: buiten Johanna en haar vader en buiten Daniël en haar moeder. 'Omdat Robinson al lang begrepen had dat alles wat ze de laatste tijd gezien had in elkaar paste als moleculen in een vastgelegde structuur en dat de enige die daar niet in thuishoorde zijzelf was.' (p. 62) Aan het einde van het verhaal gaat Daniël van school, Johanna gaat de stad uit en haar vader is weer op zee. Robinson blijft weer alleen met haar moeder achter.
Motieven
Schoolleven
Het verhaal beschrijft een jaar in het leven van een zeventienjarig schoolmeisje. Het speelt zich veel af op school. Robinson zit op een nieuwe school, wil een plek in de klas vinden en ontmoet Daniel. Ze moet twee keer bij de rector komen, ontmoet de nieuwe docente Duits en werkt mee aan een opvoering. Ze heeft huiswerk, leert voor toetsen en krijgt twee herexamens die ze niet verwacht te halen.
Water en vuur
In het verhaal is veel sprake van beeldspraak rondom water en schepen. Als Robinson een eiland is, is de Johanna Freida een boot die naar haar toe zou kunnen varen en haar zou kunnen bevrijden van haar eenzaamheid. Haar vader vergelijkt ze met een piraat: vrij maar ook gevaarlijk. Robinsons proces van vereenzaming lijkt op een natuurkundig proces en in hoofdstuk 5 wordt ook een les over water en ijs beschreven. Robinson heeft zelf ook het gevoel dat haar hart bevroren is, ze voelt dit voor het eerst nadat ze met Daniel naar bed gegaan is. Het ijs beangstigt haar en komt ook terug tijdens het schaatsen. Ook voor het vuur, een andere vijand van water, is ze bang: ze droomt dat het huis in de brand staat en iedereen buiten is behalve zij.
Motto
'Ah, the world! Oh, the world!'
Herman Melville
Het motto slaat op Robinsons verwachtingen met betrekking tot het nieuwe schooljaar en de nieuwe school. Er kan van alles gebeuren, alles kan anders worden ('ah'). Aan het einde van het eerste schooljaar is ze echter teleurgesteld en verwacht ze niets meer ('oh').
Titelverklaring
Robinson is de hoofdpersoon van het boek en verwijst naar Daniel Defoes 'Robinson Crusoë'. Crusoë verblijft na een schipbreuk jaren op een onbewoond eiland. 'Maar in werkelijkheid betekende die naam een eiland in de oceaan, een windstilte, een uitzien naar de mogelijkheid van terugkeer naar de geborgenheid die eens afgenomen was. Wanneer? Met de geboorte? Robinson kon geen antwoord geven op die vraag. De mens spuugt de hele wereld vol en de zeeën spoelen alles schoon. Daartussenin lag een eiland, waar windstilte heerste alsof er een storm op komst was.' (p. 16)
Structuur & perspectief
Het boek is verdeeld in zeven genummerde hoofdstukken. Hoofdstuk 1 speelt zich af in de zomer, hoofdstuk 2 in de herfst, hoofdstuk 3, 4 en 5 in de winter, hoofdstuk 6 in het voorjaar en hoofdstuk 7 weer in de zomer, dus de vertelde tijd is een jaar. Het verhaal loopt ook van warm naar koud en weer naar warm en sluit op deze manier aan bij het motief water en vuur (warmte). Het wordt chronologisch verteld.
Robinson is aan het woord als personale verteller en omdat ze niet altijd precies weet wat er speelt moet je als lezer veel zelf interpreteren.
Decor
Het verhaal speelt zich af in een provinciestad bij de zee. Het is een keurige en volgens Robinson saaie stad. Vooral het plein in de binnenstad is belangrijk: in het begin is het een plein waar je kunt lachen en aan het eind lijkt de vrolijke muziek bij Robinson weg te lopen.
De nieuwe school heeft veel glazen wanden en wordt door Robinson met een aquarium en een labyrint van glas vergeleken. Op die manier kan de rector iedereen in het oog houden. Ook het decor past dus bij de beeldspraak over water en schepen.
Stijl
'Het boek is eenvoudig, intelligent en beeldend geschreven. Er is weinig dialoog, vooral Robinson zegt niet veel. Er is veel beeldspraak, vooral m.b.t. schepen en zeerovers. Als Robinson en Daniël bij Johanna Freida op bezoek gaan, staat er: "Ze klommen op dansende voeten naar boven, als matrozen in het want, als zeerovers vol gespannen verwachting op de touwladders van een geënterd schip, de Johanna Freida, een snelle klipper met nog onontdekte geheimen aan boord.' (p. 38) (Matla e.a. 1989, p. 192-193)
Slotzin
En op hetzelfde moment dat alles op de marsmuziek in beweging kwam, was het Robinson of dat koperen plein wegliep van haar, in deze of gene richting, dat deed er niet toe, maar weg van waar zij stond, zonder dat ze het plein nog kon inhalen, steeds verder weg marcheerde het plein, in een richting die ook zij zo graag was gegaan.
Beoordeling
'Robinson' is een klein en mooi verhaal over een eenzaam meisje op school. Ik denk dat veel leerlingen zich met dit meisje of met het schoolleven kunnen identificeren en het tevens kunnen waarderen vanwege de lengte. Er zit wel veel meer diepgang in dan je in eerste instantie denkt.
Recensies
"Het dunne boek leest gemakkelijk weg, maar het verhaal is lang niet zo eenvoudig als je zou verwachten. En al denk je misschien meteen aan Expeditie Robinson of aan de roman Robinson Crusoë, er komen weinig spannende dingen in voor, laat staan avonturen die met zee en strand te maken hebben. Wel andere avonturen. Er gebeurt heel veel in deze korte roman, maar om dat mee te maken moet je wel bereid zijn zorgvuldig te lezen." https://www.lezenvoordeli.../robinson/
"Deze spannende zaken vormen echter niet meer dan het topje van een reusachtige ijsberg. Achter het verbluffend goed geschreven verhaal over het leven van een scholiere gaat heel wat meer schuil. Dat zorgt ervoor dat Robinson een evenwichtig opgebouwde roman is geworden, over diverse grote problemen die je niet anders kunt omschrijven dan met grote woorden zoals vrijheid, liefde, macht. Kortom: Robinson is niets minder dan een boek over het menselijk bestaan." http://www.reinjanmulder....-robinson/
Bronnen
‘De verwarringen van de jonge Robinson’ – Recensie van Doeschka Meijsings romandebuut (1976) in NRC Handelsblad
http://www.reinjanmulder....-robinson/
Matla, Jet, Riet, Rob van, Ommen, Johan van, Penson, Lizet (1989) Prisma Uittrekselboek Nederlandse literatuur 1945-1980
boek
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.
Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.
25.320 scholieren gingen je al voor!